10 mei

De jacht is geopend. In het begin van de camino was ik heel voorzichtig met het binnen halen van een stempel op mijn Pelgrimspaspoort. Gaande weg heb ik er meer verzameld en de laatste 100 km moet je er twee per dag verzamelen. Ik heb er maar een paspoort bij gekocht en nu is de jacht geopend. Overal waar ik kom vraag of krijg ik een stempel vandaag is de oogst groot geweest 4 stuks nog wel en de 1 nog mooier als de ander. Eerst dacht ik alleen kerken en kloosters maar nu vraag ik bij de overnachtingsplek en de VVV en in alle gevallen krijg ik er wel 1 en ze zetten allemaal de datum er bij en in sommige gevallen zelfs een handtekening. Het was gisteren een zonnige dag en de temperaturen waren rond de 24 graden. Om 9 uur ontbeten in het restaurant van het hotel. Een mooi buffet en dat is toch wel gemakkelijk, kun je pakken wat je wil. Vervolgens zijn we naar de kathedraal gegaan waar om 10 uur een mis was en dan kun je heerlijk even rond kijken en je vergapen aan de kunstschatten. Wat een rijkdom en wat mooi gerestaureerd het is met geen pen en dus ook niet met een i-pad te beschrijven. Maar straks zullen de fotoś het wel aantonen. Ofschoon je binnen niet mag fotograferen en dat doen mensen dus gewoon. Als de kerkdienst is begonnen komen de toeristen binnen en knippen de foto's voor vaderland weg tot de priester er iets van zegt. Maar even later gaan ze rustig door. Respect is ook hier al ver te zoeken. Na de mis zijn we naar het museum gegaan en hebben ons vergaapt aan alle kunstschatten het is niet te geloven en zo mooi uitgestald geweldig alleen jammer dat men niet op buitenlandse toeristen rekent want alles is in het Spaans er bijgeschreven. In Leon had men de bijschriften van 4 talen voorzien, maar dat was hier niet het geval. Je kon wel een beschrijving krijgen in meer talen van het totale museum en dat heb ik dan ook met aandacht gelezen. Vervolgens werd het tijd voor koffie en dat hebben we gedronken in het deftige café van hotel Gaudi. Heerlijke koffie en toen de weg overgestoken en het bisschoppelijk paleis bezocht wat gebouwd is door Gaudi. Een juweel eigenlijk bespottelijk dat een bisschop iets dergelijks laat bouwen. Maar goed ik heb me er wel aan vergaapt vandaag en Marleen ook. Daarna hebben we heerlijk in de zon gezeten op het terras voor ons hotel en later op de middag aan de overkant. Nog later even weer een rondje door de stad gemaakt en toen was het tijd om de kamer op te zoeken. Vandaag vroeg op,  en de wandelschoenen aan om 20 km te gaan lopen naar Rabanal del Camino. We zitten nu op een hoogte van 900 meter en gaan klimmen naar 1162 maar het gaat heel geleidelijk dus valt hij onder de categorie makkelijk. In Rabanal blijven we dan weer 2 nachten. We komen door een dorp Santa Catalina de Somoza deze plaats kenmerkt zich als dorp van de trommelaars en fluitspelers, die feesten en partijen opvrolijkten. Rabanal del Camino is een plaats die volledig op het toerisme is ingesteld, en dan vooral op de bedevaartgangers naar Santiago. Maar dat vind ik eigenlijk die hele weg al. Ik heb het al vaker aangegeven, het is onvoorstelbaar hoe het geregeld is. Alles is tot in detail bewegwijzerd met gele pijlen op bomen, muren, borden en in veel stoepen met mooie tegels van brons en de schelp in allerlei uitvoeringen. Als je op deze 800 km verdwaald
dan ben je volgens mij heel slecht ziend of voordurend afgeleidt en dat kan heel goed van al het moois wat je tegen komt en de bijzondere belevenissen. Maar nog even over Rabanal, het was vroeger een plaats van aanzien, In de eerste pelgrimsgids uit de geschiedenis van de St. Jacobsroute wordt Rabanal als eindpunt van de negende etappe genoemd. Aan de Calle Real
staat aan de linkerkant een oud ziekenhuis voor pelgrims en rechts de Ermita de San José. De kerk was in handen van de tempeliers , en zij hadden ook nog een pelgrimsherberg in beheer. Nou wij hopen dat we het ziekenhuis niet nodig hebben en we een heerlijk hotelletje zullen vinden voor 2 nachten. Tot morgen

In staat te zijn je plezier te vinden
in de vreugde van de andere,
dat is het geheim van het geluk.

Georges Bernanos