zondag 1 december 2013

Nieuw Buinen

zondag 1 december
Het begin van de laatste maand van 2013. Vanmiddag is er een lezing in het streekhistorisch centrum van Stadskanaal over Nieuw Buinen. De streek waar mijn moeder is opgegroeid en waar ze veel werk heeft verzet. In de glasfabriek en als boeren arbeidster op het land.
Image Dit is de oude villa waar het centrum is gehuisvest en voor € 2,00 kun je de lezing om 14.30 uur bijwonen. Ik hoop dat we tijd vinden en hier naar toe kunnen.
Het gebouw zelf is al een hele geschiedenis.

Huize ter Marse

Geschiedenis
Het Streekhistorisch Centrum is sinds 1975 gevestigd in de stijlvolle villa Huize ter Marse. Twee stenen met inscripties ‘18 H. M.’ en ‘J.A.M. 84’ aan weerszijden van de voordeur verwijzen naar de eerste bewoners: Harm Maarsingh en Jantina Arendina Meursing en het bouwjaar 1884. Het huis had toen het karakter van een herenboerderij: een bakstenen gevel, ornamenten boven de ramen en een klein balkonnetje in het midden boven de voordeur.
In 1919 nam hun zoon Jacob het huis over en liet het grondig verbouwen, waardoor het huis een heel nieuwe voorgevel kreeg. Ook het interieur werd gemoderniseerd.
- de dakranden werden verbreed en de voorkant van het huis kreeg een bordes en een balkon.
- er werd een fraaie tuin in Engelse stijl aangelegd
- de bedsteden in de voorkamer werden verwijderd en vervangen door een haardhoek
- de villa kreeg de naam Huize Ter Marse.
In 1937 werd een dienstwoning achter de villa gebouwd voor de tuinman van de familie Maarsingh. Deze dienstwoning voorzag tevens in een grote garage en een varkenshok.
In de jaren dertig werden Jacob Maarsingh en zijn vrouw Catharina lid van de NSB. In 1937 kwam Jacob voor deze partij in de Eerste Kamer en in 1940 werd hij door Anton Mussert benoemd tot gemachtigde voor de Noordelijke provincies. Na de bevrijding in april 1945 werden Maarsingh en zijn vrouw met vele andere NSB-ers opgepakt. Maarsingh werd geïnterneerd tot 17 juli 1948, o.a. in kamp Sellingerbeetse, en verloor zijn kiesrecht.

En dan Nieuw Buinen een fraai langgerekt  veenkoloniaal dorp, De contouren van de kanalen zijn nog zichtbaar en de boerderijen sommige echte monumenten zijn ook nog redelijk in takt. 
Mijn opa en oma hebben lange tijd gewoond in een boerderij met twee leeuwen voor bij de voordeur waar ik altijd graag op mocht zitten. De boerderij staat er nog altijd. Tijdens de lezing laten ze deze boerderij vast de revue passeren. 



Er staan prachtige monumenten. Zo ook deze


Helemaal weer herbouwd. 
De oude glasfabriek is niet meer. Ik weet nog goed dat hij in bedrijf was, mijn tante heeft een poosje aan de glaslaan gewoond dat was achter de fabriek. 

Voorgeschiedenis[bewerken]

Het beeld "de Glasblazer" van Onno de Ruijter in Nieuw-Buinen
In de provincies Groningen en Drenthe werd onder meer jenever geproduceerd en er bestond in deze regio een groeiende behoefte aan glas. Duitse marskramers voorzagen in de behoefte hieraan.
Een van deze kramers, Johann Christian Anton Thöne, vestigde zich in 1817 te Winschoten en begon daar een glashandel. Hij was de zoon van een Duitse glashandelaar en afkomstig uit Bad Driburg waar zich vanouds reeds glasfabriekjes (Glashütten) bevonden. In 1838 stichtte Thöne samen met zijn plaatsgenoot Jan Freseman Viëtor, notaris en wijnhandelaar, een glasfabriek in wat later Nieuw-Buinen zou worden. De reden was dat hier de verveningen zojuist waren begonnen en er brandstof in de vorm van turf ter beschikking was. Bovendien was Viëtor door vererving in het bezit gekomen van een stuk Drents veengebied. De vaklieden kwamen uit Duitsland, en de gewone arbeiders uit de omgeving.
In 1845 werd er in Nieuw-Buinen een tweede glasfabriek gesticht door Jan Meursing en zijn compagnons Johann Georg Christoph Heinz en Georg Friedrich Müller. Deze fabriek heette Müller, Heinz & Comp. Heinz en Müller waren werknemers van Thöne. Zij waren ontevreden over de gang van zaken binnen het bedrijf van Thöne. Hun ontevredenheid had onder meer te maken met de wijze waarop in het bedrijf van Thöne werd omgegaan met het onderhoud van de ovens,[1] toen er problemen ontstonden met de uitbetaling van werknemers kozen zij hun eigen weg.[2] Zij vonden in de vervener Meursing een compagnon die bereid was het nieuwe bedrijf, samen met nog enkele andere Drentse stille vennoten, waaronder mr. Gerrit Kniphorst, te financieren. De zoon van Meursing, Jacob Meursing, werd directeur van het bedrijf. Mülller werd baas van de pottenmakers en Heinz werd baas van de glasblazers.[1] Müller verliet in 1852 het bedrijf. Heinz trok zich omstreeks 1880 terug en ging zelfstandig verder als glashandelaar onder de naam "GlasHeinz".


De vader van mijn moeder haar moeder was glasblazer op de fabriek. Hij heeft zijn longen werkelijk kapot geblazen. 
Mijn moeder vertelde vaak dat ze nogal door hem werd verwend, maar ook dat zij zelf haar handen vaak heeft verbrand daar met het hete glas. Ze moest de flessen uit de mallen halen en in kratten zetten, maar die waren nog bloed heet. 
Tevens vertelde ze vaak over de erbarmelijke omstandigheden waaronder ze moesten werken en het strenge regime van de tijdklok. 1 minuut te laat op je werk en je werd direct gekort op je loon. 
Soms denk ik wel eens dat oude tijden herleven, maar we mogen hopen dat die tijden niet weer komen. 
En dan ter afsluiting een stukje muziek ter voorbereiding op Kerstmis. Het is vandaag de eerste zondag van de advent.
Uit het Weihnachtsoratorium: Bereite dich Zion mit Zärtlichten Trieben.
Mooie muziek van Bach. 
Ik wens jullie een fijne zondag toe.  



Geen opmerkingen: