8 juni

volgens mijn dagboek 20 april

Het was wederom regen we gingen het hotel uit en vele mensen hadden verhalen over de verschrikkelijke toestanden op de berg, van mensen die toch over de hoge route waren gelopen. Mensen die verdwaald waren en door een halve meter sneeuw hadden gelopen en mensen die met een helikopter van het pad gehaald waren.
Nou het zal allemaal wel. Marleen en ik gingen op stap. Het had ons beide goed voldaan de dag er voor en we wilden samen de tocht voortzetten.

Door bossen, langs beken, door dalen met heel veel modder dat op naar Larrasoaina. Het was die dag ploeteren en afzien. Veel weet ik me er niet meer van te herinneren. Maar wel dat het een lange tocht was en we op een bepaald moment in de gehucht aankwamen waar haast niemand buiten was. Stond er plotseling een oude man over zijn halve deur geleund en begon een koekoek na te doen. Steeds als wij even wat tegen elkaar zeiden begon hij weer met koekoek. Nou de hele tocht heb ik wel eens een koekoek gehoord en moest ik steeds aan dit moment terug denken. Even verder op had een echtpaar het goed voor elkaar. In hun garage hadden ze plaats gemaakt voor een tafel met stoelen en buiten hadden ze een pizza oven waar ze heerlijke pizzas bakten tevens hadden ze ook nog een toilet en daar werd dan ook gretig gebruik van gemaakt.

We hadden.....honger, dorst en koude voeten..... zeggen ze dan wel eens en hebben ons dan ook tegoed gedaan aan al dat lekkers.

Vervolgens was het weer verder, we hebben besloten eerder te stoppen en zijn in Zubiri gaan overnachten.

Na deze monstertocht hebben we ons laten verwennen in een Hostel. Heerlijke bedden en onze was laten doen. Want de broeken zagen er niet meer uit we waren totaal doormodderd. Marleen heeft de schoenen afgeboend en ik heb de wielen van de kar maar eens schoon gemaakt.