woensdag 17 augustus 2011

honger

Gisteren schreef ik over de misstanden in Afrika.
Maar honger is van alle tijden. Lees in de bijbel of in bijvoorbeeld het boek van Erich Kuttner die als joodse en Duitse onderduiker op 6 oktober 1942 stierf in het concentratiekamp van Mauthaussen.
Eduard de Dene heeft ooit eens een gedicht geschreven die luidt als volgt:

Weinig verdienen en veel daarvan geven:
Natuurlijk, belastingen moeten er wezen,
maar hoe moet je van het restant nog leven,
door magere Hein al ingeschreven?
Ze eten droog brood, door de knoflook gewreven,
zo zijn de prijzen de pan uitgerezen.
Voor boter, voor kaas. We mogen wel vrezen
dat er nergens meer hulp daagt, in het hele land.
Men mag voor de toekomst een dodenmis lezen,
want de toekomst ligt met de neus in het zand.
De schappen zijn leeg, van rand tot rand.
Waar men vroeger iets voor een ander bewaarde,
heeft het grote geld nu de overhand:
Er bestaat geen barmhartigheid meer op de aarde.

Ja tijdens mijn voettocht zal ik ook af en toe moeten ervaren wat
het is geen eten meer te hebben, maar niet zo erg als de mensen van
nu en in vroegere tijden. In het Oude Testament staat het volgende:

Toch waren haast mijn voeten gestruikeld, mijn schreden bijna uitgegleden!
Want ik was jaloers op de bozen, omdat ik de voorspoed der zondaars zag;
voor hen toch bestaat er geen lijden, gezond en vol kracht is hun lijf. (ps 73, 2-4)
Waarom zou gij uw aanschijn verbergen, onze nood en ellende vergeten?
Want onze ziel ligt gebukt in het stof en ons lichaam kleeft vast aan de grond.
Sta op, kom ons te hulp! Red ons omwille van uw genade. (ps. 44, 25-27)

Nou hier kunnen we het wel weer mee doen voor vandaag. Stof tot nadenken genoeg dacht ik.

Geen opmerkingen: