vrijdag 6 juli 2012

6 juli

Het dorpsrandpark in Kolham 
Bij mij achter het huis is hard gewerkt aan een dorpsrandpark. Wat dat is en waarom is hier onder te lezen.
Ik kan er erg van genieten.


Dorpsrandpark Zwaneveldsgat
Natuurlijke begrazing
Voor een zo goed mogelijk beheer kan het beste gebruik worden gemaakt van (half)wilde grazers. Pony’s en runderen (en in mindere mate schapen) zijn geschikt om vergrassing van bv. heide of schrale graslandvegetatie en het dichtgroeien van poelen met riet tegen te gaan. Begrazing met pony’s leidt tot een grotere structuurvariatie en, in tegenstelling tot runderen, hebben pony’s de eigenschap dat ze zich vrijwel nooit in poelen mesten. En in tegenstelling tot runderen en schapen, mesten pony’s niet overal in het terrein. Zij hebben bepaalde mestplekken waar zij nauwelijks grazen.
Bij begrazing met pony’s worden grote delen van het terrein verschraalt, terwijl andere delen juist voedselrijker worden. Hierdoor ontstaat er veel (structuur)variatie in het terrein (ideaal voor vogels als kwartels, patrijzen en fazanten). Doordat pony’s bepaalde kruiden niet of nauwelijks eten nemen deze ten koste van grassen toe (bv. Koninginnenkruid of orchideeĆ«n). Uit diverse onderzoeken is gebleken dat vergrassing van heide het best kan worden tegengegaan door de extensieve inzet van pony’s. Ook voor het beheren van bos zijn paarden het meest geschikt. Zij zullen bijdragen aan een grotere biodiversiteit door vraat aan de bast. Er zal kwijnend en dood hout ontstaan (liggend en staand), een levensbron voor veel organismen. Ook in het struweel zullen door begrazing waardevolle structuren ontstaan met geleidelijke overgangen. Daarnaast zijn natuurlijke grazers in het terrein ansich recreatief aantrekkelijk. 
Exmoorpony’s 
In het dorpsrandpark Zwaneveldsgat Kolham is gekozen voor Exmoorpony’s als natuurlijke grazers. Dit heeft alles te maken met de aanwezigheid van verschillende vegetatietypen en terreinstructuren (heide, schraalgrasland, struweel bos, poelen, water en rietvegetaties) en de eigenschappen van dit ras. De Exmoor stamt af van de wilde oerpony die ooit in heel West-Europa voorkwam. De Exmoor is dus geen door de mens gefokte ras, maar samen met het Przewalskipaard, de laatste ondersoort van het wilde oerpaard. Doordat de wilde oerpony alleen in het Engelse Exmoor is behouden, wordt deze nu Exmoorpony genoemd. De bouw en de kleurtekening van de Exmoor zijn identiek aan dat van de pleistocene paardenafbeeldingen in Zuid-Franse en Noord-Spaanse grotten: bruin met een meelsnuit, witte oogring, ruige wintervacht, zwarte onderbenen en een lichte buikzijde. 
Vanwege hun natuurlijke schuwheid voor mensen en hun gehardheid zijn Exmoorpony’s meer dan andere rassen geschikt voor begrazingsprojecten. Door deze schuwheid komen Exmoorpony’s uit zichzelf niet op de bezoekers af om zich te laten voeren. Door deze eigenschap zijn ze zeer geschikt voor begrazing in voor het publiek opengestelde terreinen. In het dorpsrandpark zal worden gestart met een zeer lage begrazingsdruk: 1 hengst en 2 merries. De verwachting is dat er op termijn met maximaal 6 (volwas)pony’s begraasd kan worden. De terreineigenaren Staatsbosbeheer en de gemeente Slochteren zullen dit jaarlijks evalueren en zonodig de begrazingsdruk (en daarmee het aantal in te zetten grazers) aanpassen.
Eigenaar en beheerders van de Exmoorpony’s in het dorpsrandpark is de Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer Slochteren (A.N.S.L.). Spelregels Voor de gebruikers van het gebied verandert er ten aanzien van het gebruik niet echt heel veel. Wel gaan er een aantal spelregels gelden:
- Honden mogen los in het terrein, maar moeten wel onder appel gehouden worden;    
- De pony’s mogen niet lastig worden gevallen; er moet tenminste een afstand worden bewaard van 25 meter;
-  Het is verboden de dieren te voederen.

Geen opmerkingen: